ADHD
ADHD
Kinderen, jongeren en volwassenen met ADHD zijn snel afgeleid door alle prikkels om hen heen of gedachten die in hun eigen fantasie opkomen. Je aandacht dwaalt gemakkelijk af waardoor je dingen niet afmaakt en veel fouten maakt. Vaak heb je moeite om dingen te onthouden.
Iedereen herkent wel momenten van vergeetachtigheid (‘wat ging ik ook al weer pakken?’), moeite met concentreren, bijvoorbeeld op een ingewikkelde tekst, moeite je aandacht bij een gesprek te houden, of gevoelens van rusteloosheid. Vooral als je slecht hebt gegeten of geslapen, veel aan je hoofd hebt of gespannen bent heb je hier sneller last van. Maar sommige kinderen of jongeren hebben hier echt heel veel en heel vaak last van, in allerlei situaties en ook als ze wel goed uitgerust zijn. Dat kan dan voor veel problemen zorgen op school, thuis en met vrienden. Mogelijk is er dan sprake van een aandachtstekortstoornis, oftewel ADHD. Vaak begint dit al op de basisschool of al daarvoor op te vallen, maar er zijn ook jongeren bij wie het pas op de middelbare school (of zelfs daarna) echt voor problemen begint te zorgen.
Je hebt waarschijnlijk al wel eens iets over ADHD of ADD gehoord of gelezen. De volledige Nederlandse naam is ‘aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit’ (in het Engels Attention Deficit Hyperactivity Disorder). Dat is een hele mond vol, daarom hebben we het meestal gewoon over ADHD. Mensen met ADHD hebben last van aandachtsproblemen (‘onoplettendheid’), druk (‘hyperactief’) en/of impulsief gedrag. Bij onoplettendheid kun je denken aan moeite je aandacht erbij te houden, snel en gemakkelijk afgeleid raken door wat er om je heen gebeurt of door je eigen gedachten, moeite met organiseren, vergeetachtigheid en dingen kwijtraken. Bij druk en impulsief gedrag gaat het bijvoorbeeld over voortdurend met je handen of voeten bewegen, moeite hebben met stilzitten, al antwoord geven voor de vraag helemaal gesteld is en gevoelens van rusteloosheid en onrust. Niet iedereen met ADHD heeft last van al deze kenmerken. Dat maakt dat niet alleen de klachten, maar ook wat er nodig is om daar minder last van te hebben, bij de één net weer anders kan zijn dan bij de ander.
Er worden drie types of varianten van ADHD onderscheiden:
– het overwegend onoplettende type. Dit is de variant die ook wel ADD wordt genoemd. Mensen hebben dan vooral veel last van aandachtsproblemen en veel minder of helemaal niet van druk en impulsief gedrag.
– het overwegend hyperactieve/impulsieve type. Deze mensen hebben juist vooral veel last van druk en impulsief gedrag en veel minder van onoplettendheid.
– het gecombineerde type. Deze mensen hebben veel last van onoplettendheid én veel last van druk en impulsief gedrag.
“Je hoort best vaak over ADHD en dat je dan pillen krijgt. Bij mij zijn we eerst gaan kijken of cognitieve gedragstherapie zou helpen. Dat was het geval. Ik heb geleerd om te plannen en mijn leven te organiseren. Dat helpt mij enorm om mij fijner te voelen.”
Als je je kind aanmeldt vanwege vragen of zorgen rondom (vermoedens van) ADHD dan volgt er allereerst een uitnodiging voor een intakegesprek. Tijdens dit gesprek wordt gekeken welke vragen en problemen op de voorgrond staan. We bepalen samen wat nodig is om de vragen te beantwoorden en problemen te verminderen. Meestal is (uitgebreid) diagnostisch onderzoek nodig om goed zicht te krijgen op sterkere en zwakkere kanten en wat dit betekent voor wat je kind nodig heeft thuis en op school. Juist omdat ADHD er zo verschillend uit kan zien, vinden we het belangrijk om niet alleen te kijken of er sprake is van ADHD, maar vooral hoe dat er bij jouw kind dan precies uit ziet en wat dat betekent voor wat jouw kind nodig heeft.
We vragen altijd goed de klachten uit en hoe de ontwikkeling van je kind is verlopen. Daarnaast doen we bijvoorbeeld intelligentie-onderzoek, neuropsychologisch onderzoek naar bijvoorbeeld aandacht en executieve functies, sociaal-emotioneel of persoonlijkheidsonderzoek. Vooral bij kinderen in de basisschoolleeftijd is een observatie in de klas en gesprek met de leerkracht en intern begeleider vaak onderdeel van het diagnostisch onderzoek. Bij jongeren is er vaak contact met de mentor of andere betrokkene op school. We bespreken altijd vooraf met jou wat wij denken dat nodig is om goed antwoord te kunnen geven op je vragen, dat is altijd maatwerk.
Je ontvangt een verslag van de intake en het diagnostisch onderzoek. In dit verslag staan de belangrijkste bevindingen weergegeven en wordt beschreven wat wij denken dat nodig is om de klachten te verminderen. Omdat we het belangrijk vinden dat kinderen ook actief betrokken worden bij de hulp, krijgen zij ook een (korte) brief met daarin de belangrijkste bevindingen. Deze brief is afgestemd op de leeftijd van je kind. Soms is diagnostisch onderzoek en één of een aantal gesprekken over wat de bevindingen betekenen voor (de begeleiding in) het dagelijks leven voldoende om de vragen te beantwoorden. In andere gevallen is een behandeltraject voor je kind en/of jou wenselijk om de klachten te verminderen. Er wordt dan gewerkt aan doelen die voor jou belangrijk zijn. We werken zo kort als kan, maar ook zo lang als nodig is. We maken gebruik van behandelingen waarvan het effect is aangetoond, zoals cognitieve gedragstherapie.
Wil je meer weten over ons zorgaanbod of onze specialisaties?